top of page

GEZONDHEID

Gezondheid

Welke gezondheidstesten zijn belangrijk? 

HCM (hypertrofische cardiomyopathie)

HCM is een ongeneeslijke erfelijke hartaandoening waarbij er een verdikking van de hartspier optreedt. Door deze verdikking kan het hart zijn pompfunctie niet meer naar behoren uitvoeren. Initieel is er meestal weinig te zien aan uw kat. Soms kan er een bijgeruis of een onregelmatig hartritme vastgesteld worden door uw dierenarts bij de hartauscultatie. Maar dit is niet altijd aanwezig. In een later stadium kunnen volgende symptomen voorkomen: sloomheid, minder goed onderhouden van de vacht, gedaalde eetlust, een snellere en bemoeilijkte ademhaling, klontervorming met verlamming van een achterpoot als gevolg, plotse dood. 
Momenteel is het uitvoeren van een echocardiografie (hartecho) de enige manier om HCM met zekerheid vast te stellen of uit te sluiten bij de Brits Korthaar. Er bestaat nog geen betrouwbare DNA test voor het ras. Verantwoorde fokkers zullen hun fokdieren laten controleren op deze aandoening en enkel fokken met dieren die vrij zijn van HCM. Het is belangrijk om de echocardiografie jaarlijks te herhalen aangezien de ziekte langere tijd kan gemaskeerd blijven (tot de leeftijd van 7 jaar). Helaas biedt een jaarlijkse negatieve test dus geen 100% garantie dat de ziekte toch niet tot uiting komt op latere leeftijd. 

PKD (polycystic kidney disease)

PKD is een ongeneeslijke erfelijke aandoening waarbij er meerdere met vocht gevulde holtes (cysten) worden gevormd ter hoogte van de nieren. De cysten worden steeds groter en nemen de plaats van gezond nierweefsel in. Hierdoor zal de nierfunctie steeds meer achteruit gaat. Een verminderde nierfunctie gaat gepaard met symptomen van meer drinken, meer plassen, frequent braken, verminderde eetlust, vermageren, etc. 
Er bestaat bij de Brits Korthaar een betrouwbare DNA test waarmee de ziekte definitief kan uitgesloten worden. Ook echo van de nieren kan aangewend worden voor uitsluiting. Verantwoorde fokkers zullen hun dieren screenen op deze aandoening en enkel fokken met dieren die vrij zijn van PKD.

FIV (feline immunodeficiency virus)
FELV (feline leukemie virus)

FIV wordt ook wel kattenaids genoemd. Het virus wordt voornamelijk overgedragen via vecht- en bijtwondes, maar overdracht kan ook tijdens de dracht of via de moedermelk gebeuren. Het virus tast het afweersysteem aan. Initieel zullen er geen of slechts vage symptomen aanwezig zijn. Gemiddeld 3-5 jaar na besmetting zullen symptomen zoals chronische tandvleesontsteking, terugkerende koorts, aanhoudende verkoudheid etc optreden. Het afweersysteem van de kat is dan zodanig verzwakt dat het lichaam veel vatbaarder wordt voor andere virussen, parasieten, bacteriën en schimmels. Bijgevolg kan een banale infectie het lichaam fataal worden. Er bestaat momenteel geen behandeling om FIV te genezen, maar er kan wel ondersteuning gegeven worden aan FIV positieve katten waardoor ze gemakkelijker de secundaire infecties kunnen overwinnen. Er is nog steeds geen vaccin beschikbaar om de ziekte te voorkomen. De enige manier om besmetting te voorkomen, is om ervoor te zorgen dat er geen contact mogelijk is met besmette katten. Katten die vrij buiten lopen hebben dus een hoger risico. 

​

FELV wordt ook wel leukose genoemd. Het virus wordt vooral overgedragen door langdurig sociaal contact zoals gemeenschappelijk gebruik van de kattenbak en van voer- en drinkbakjes of door elkaar te wassen. In mindere mate kan het virus door bijtwondes, tijdens de dracht of via de moedermelk worden overgedragen. Het virus geeft bloedarmoede, tumoren en een verminderde afweer. Symptomen treden op vanaf enkele maanden tot 2 à 3 jaar na besmetting. Er bestaat geen behandeling tegen deze ziekte, al zijn er net zoals bij FIV wel ondersteunende maatregelen mogelijk. Voor deze ziekte bestaat er gelukkig wel een vaccin om besmetting grotendeels te voorkomen. 

​

De diagnose van deze ziektes wordt gesteld via een gecombineerde bloedtest waarbij beide ziektes samen getest kunnen worden. Fokdieren worden best jaarlijks of halfjaarlijks getest FIV en FELV.

Bloedgroepbepaling

Bij katten kunnen er drie soorten bloedgroepen voorkomen: bloedgroep A, bloedgroep B of in zeldzame gevallen bloedgroep AB. Bloedgroep A is de meest voorkomende bloedgroep maar er zijn bepaalde rassen waarbij bloedgroep B ook frequent voorkomt. De Brits Korthaar is één van die rassen. Als er een oudercombinatie gemaakt wordt waarbij de moeder bloedgroep B heeft en de vader bloedgroep A, dan zal de moeder antistoffen aanmaken tegen bloedgroep A. Deze antistoffen worden na de geboorte via de melk doorgegeven. Deze antistoffen zullen de rode bloedcellen van kittens met bloedgroep A aanvallen. Bijgevolg komen deze kitten in grote problemen aangezien ze symptomen krijgen van zwakte, geelzucht, bloedarmoede, hebben roodbruine urine,... wat uiteindelijk in veel gevallen tot sterfte leidt. Om deze problemen te vermijden is het belangrijk dat de bloedgroepen van de ouderdieren compatibel zijn. Vandaar dat verantwoord fokkers steeds een bloedgroepbepaling zullen doen. 

CATTERY FELIS LIMOUSI

© Copyright
bottom of page